Meetkunde - leren van meetkunde volgens stijgende graad van begrip en abstractie (Van Hiele-theorie), vormleer (eigenschappen, classificeren, definiëren, uitspraken beoordelen, opdelen en samenstellen, tekenen en construeren), transformaties (verschuiven, draaien, spiegelen, vergroten/verkleinen, projecteren), relaties (congruentie, gelijkvormigheid, symmetrie, evenwijdig, snijden, loodrecht), plaatsbepaling (coördinaten, kijklijnen) Cijferen - aanbreng verschillende types met concrete materialen of abstracte redeneringen, selecteren van oefeningen.